Een gespreksleider is niet continu aan het woord, maar luistert juist ook goed naar zijn gesprekspartner. Daarnaast vat hij regelmatig samen en vraagt hij door. Deze zogeheten LSD-methode komt efficiëntie en informatievoorziening ten goede.
Bij gebruik van de LSD-methode bedenkt de gespreksleider vooraf wat hij wil bereiken met het gesprek. Bij elk doel bedenkt hij de juiste vraag. Hij kan het beste korte, neutraal geformuleerde open vragen stellen, omdat de gesprekspartner zich daarbij vrij zal voelen zijn eigen verhaal te vertellen en de vraag hem niet al in een bepaalde richting stuurt. Hij luistert aandachtig en valt de ander niet in de rede, dat is onvriendelijk. De gespreksleider vraagt door als hij bepaalde informatie niet goed begrijpt (artikel). Door het gesprek daarna samen te vatten, krijgt de ander de gelegenheid om te reflecteren en controleert de gespreksleider of hij alles goed heeft begrepen. Twijfelt hij, dan kan hij opnieuw doorvragen.
Bron: RendementOnline