Veel werkgevers weten inmiddels wel dat ze een grote verantwoordelijkheid hebben bij het voorkomen en aanpakken van ongewenst gedrag op het werk. In de praktijk blijkt hier soms toch wat onduidelijkheid over, zoals een recente rechtszaak laat zien.
Het aanpakken en voorkomen van ongewenst gedrag begint bij het opstellen van beleid over hoe werknemers met elkaar moeten omgaan, en wat de gevolgen zijn van het schenden van deze gedragsnormen. Ook het vastleggen van een heldere klachtenprocedure hoort erbij. Denk aan de stappen die een werknemer moet zetten bij het melden van ongewenst gedrag, hoe de melding wordt onderzocht en welke gevolgen een gegronde klacht kan hebben. Bij een melding van grensoverschrijdend gedrag op de werkvloer (toolbox) gaat de aandacht meestal uit naar de klagende werknemer. Logisch, want de werknemer die stelt ongewenst gedrag te hebben ervaren heeft daar vaak schade door geleden. De werknemer die wordt beschuldigd van ongewenst gedrag – oftewel de beklaagde – heeft echter óók rechten tijdens het (onderzoeks)proces. Dit onvoldoende voor ogen houden kan betekenen dat de werkgever verwijtbaar handelt.
Bron: RendementOnline